Opnieuw heel
vroeg op voor onze laatste lange busrit van Hawzien naar Axum. In vogelvlucht en
langs de onverharde piste niet eens zo ver (250 km ongeveer) maar voor onze bus
is dat geen optie. We nemen dus weer een lange bocht naar beneden om dan op een
veel betere weg noordwaarts te rijden. Het eerste deel van het traject behoort door
de recente regenval tot de moeilijkste stukken die we deze reis hebben afgelegd
met de minibus. Op een bepaald moment zit er niets anders op dan uit te stappen
en de chauffeur (met een lichtere bus) te laten ploeteren op een steil en
bochtig modderparcours. Getachew doet verschillende pogingen. Zonder succes.
Abebe neemt over en ik vergeet nooit zijn stralende blik wanneer hij ons na een
derde keer met veel motorgebrul voorbij rijdt de berg verder op ... Hij geniet
intens van zijn succes en dat is hem gegund. Op deze reis mocht hij zich
helemaal concentreren op het gidsen en begeleiden, maar vandaag zien we ook
zijn onbetwistbare kwaliteiten als chauffeur!
Het picknicken
(i.p.v. twee keer per dag een restaurant te bezoeken) is intussen vaste routine
geworden. Het gezelschap van kinderen zijn we ook gewend geraakt. Maar vandaag
toch weer een nieuwe bijzondere ervaring. Enkele broodjes en sinaasappelen die
we teveel hebben, bieden we voorzichtig aan aan de drie kinderen (dat aantal is
te overzien) die naast ons ‘de wacht houden’. Ze weigeren eerst een in stukjes
gesneden sinaasappeltje aan te nemen. Heeft dat te maken met het feit dat de
vrucht opengesneden is (voedselveiligheid hen aangeleerd?) of eerder met wie
hen dat aanbiedt (volwassen man)? In elk geval: wanneer hun jonge leeftijdsgenoten enkele tellen later hen elk een hele onversneden sinaasappel, een broodje en een
banaan aanbiedt, nemen ze dat heel graag aan. Groot is onze verbazing wanneer
ze kort daarna een voor een van ons allen de beide voeten komen kussen, om
daarna de velden weer in te trekken. Dat hebben we hier nog niet eerder
meegemaakt. Volgens Abebe drukken ze hiermee dankbaarheid en respect uit. Voor ons
vooral emotioneel verwarrend omdat we dit gebaar met ongelijkheid en
onderdanigheid associëren. En dat is niet wat we wilden uitlokken.
Een 30-tal km
voor Axum houden we halt bij de tempel van Yeha, ook wel de ‘tempel van de maan’
genoemd. Een belangrijke archeologische site met een redelijk goed bewaarde
ruïne van een 2500 jaar oud gebouw (het oudste van Ethiopië) dat qua
bouwtechniciteit verbazingwekkend knap gemaakt is. Blokken zandstenen met
perfect rechte zijden en hoeken zijn zonder cement op elkaar gestapeld. Er is
ook een soort grafmonument (een opgerichte steen) te zien die volgens sommige
historici ouder is dan de ‘stellae’ die we morgen in Axum zullen bezichtigen.
Over het volk dat deze bouwprestatie heeft neergezet is niet zoveel geweten (‘Sabean’-periode).
De gids maakt ons niet veel wijzer en is amper te verstaan. Hij neemt ons nog
mee naar het ‘museum’: een zolderkamer van 2 x 3 waar we het intussen klassieke
aanbod treffen. De onvermijdelijke priester (naast de heidense tempel is later
een Ethiopisch-orthodoxe kerk gebouwd) toont een van de talloze
geitenperkamenten bijbels, vertelt iets over de vlucht naar Egypte, somt de 4
evangelisten op en doet het onvermijdelijke verhaal van Saint-Georges killing
the drageon … Het stemt ons een beetje droef te zien hoe arm nog de ontsluiting
is van de absolute rijkdom van deze site voor geïnteresseerde bezoekers.
Een uurtje later
bereiken we Axum. Bij het binnenrijden van de stad zien we ook hier een enorme bouwbedrijvigheid
(zoals ook in Mekele het geval was). De dynamiek in de ooit door hongersnood geteisterde Tigray-regio valt
echt op. Dynamiek is iets minder aanwezig in ons Remhai-hotel. Een laatste fase
in de kroniek van aangekondigd verval of een dipje dat door de algemene beweging
in de regio wel weer overwonnen zal worden? (al dan niet met de hulp van de
Chinezen) Op een groepje Franse toeristen na is het gigantische hotel leeg.
We maken er
niettemin een gezellige avond van want wat we de laatste twee dagen hebben
genegeerd is onvermijdelijk: afscheid nemen van Abebe en Getachew. Zij moeten
morgen met de minibus richting Addis Ababa vertrekken, een tocht van meer dan
1000 km. In Ethiopië is dat een helse onderneming. Ze trekken er drie dagen
voor uit en moeten ons daarom in Axum in de handen geven van hun collega Theodros
(die graag als Teddy wordt aangesproken). Wij zullen overmorgen een
binnenlandse vlucht nemen die ons in een uurtje naar Addis brengt.
We eten voor het
laatst samen, nemen uitvoerig de tijd om te bedanken, wisselen gegevens uit, maken
afspraken om contact te houden (leve internet en facebook!) …. Abebe en
Getachew kunnen het niet te laat maken. Ze vertrekken morgen om 5u. Deze mannen
zijn nu al zo lang deel van ons gezelschap, wij blijven verweesd achter. Maar
de kennismaking met Teddy heeft ons al gerustgesteld voor morgen en overmorgen.
EIT-tours heeft echt wel in heel Ethiopië een omvattend netwerk van zeer
competente mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten