woensdag 21 augustus 2013

Dag 12 – dinsdag 13 augustus - de weg naar Mekele


Dag 12 – dinsdag 13 augustus

Vandaag moeten we vanuit Lalibela Mekele zien te bereiken. Abebe en Getachew zijn via contacten met andere toerende collega’s perfect op de hoogte van de staat van de wegen. Ze beslissen om niet de directe weg noordwaarts te nemen: die is onmogelijk te berijden zonder 4x4 in deze tijd van het jaar. Daarom rijden we een heel eind zuidwaarts via een lastige pisteweg om dan de geasfalteerde weg naar het Noorden te nemen richting Mekele. Het landschap verandert naarmate we Mekele naderen. Ook heel wat hooggebergte maar anders, iets desolater, minder spectaculair dan de Simiens. We zijn intussen gewend geraakt aan de taferelen op het land: boeren die ploegen met ossen en een houten ploeg (boomstam met uitstekende tak), kinderen die vee hoeden, vrouwen die met grote vracht van het ene dorp naar het andere (of naar de markt?) lopen … En waar we stoppen altijd opnieuw de kinderen die uit het niets tevoorschijn komen.

We komen op een redelijk uur aan in Mekele. Bij het binnenrijden van de stad openbaart zich al snel een totaal andere sfeer. De vele bouwwerven, de pancartes van bedrijven en de universiteit, het soort huizen en winkels … roepen een veel dynamischer beeld op dan bijvoorbeeld in Lalibela en Gondar. We zullen de komende twee dagen bevriende wetenschappers van de wetenschapsfaculteit van de University of Mekele uitvoerig kunnen bevragen hierover.

Ons hotel blijkt een gevestigde waarde in de stad. Het Axum hotel straalt een ‘koloniale’ (excuses aan de Ethiopische vrienden voor dit ongepast woordgebruik) sfeer uit: donkere en zware houten meubilering, overvloedig gestoffeerd, terras met palmbomen … Maar onze kamers vinden we in het recent geopende reusachtige ‘bijgebouw’. De sfeer is totaal anders. Imposante trappen naar de inkomhal die meteen de hoge ambities van deze onderneming verraden 
 
. Veel marmer, dikke tapijten, goudkleurig metaal … Aan de ingang hangen drie grote vlaggen: de Ethiopische driekleur geflankeerd door de vlaggen van resp. Israël en China. De aanwezigheid van de laatste is overal in het hotel zichtbaar. In de gloednieuwe kamers is snel duidelijk dat het meeste materiaal van Chinese makelij is (meubilair, sanitair, elektronica …). We hebben een sterk vermoeden dat de bouw van het hotel ook in Chinese handen was. Tegelijk vrezen we voor de duurzaamheid van een en ander. Het is nog maar net open maar nu al zien we op enkele plaatsen vochtvlekken, loshangende stopcontacten, traptreden die scheef liggen … Mogen we dit lezen als een kroniek van het aangekondigd verval (zoals we dat in veel van de andere hotels ondervonden)? Of is dat te pessimistisch? Over een jaar of 5 zullen andere bezoekers kunnen oordelen (of komen we zelf nog eens kijken).

Intussen genieten wij alvast van een lekkere warme douche en de kraakschone helder witte lakens …

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten