zaterdag 17 augustus 2013

Dag 11 – maandag 12 augustus – Lalibela, het stadje van de rotskerken én van Abebe



In Lalibela voelt Abebe zich helemaal in zijn sas. Hier is hij geboren en getogen, hier woont zijn familie, treft hij op elke hoek van de vele kleine straatjes vrienden … Hij heeft voor ons de beste gids ‘in town’ kunnen fixen, een goede vriend van zijn oudste broer.

Deze lokale gids neemt ons een hele dag mee voor een ontdekkingsreis op een site die terecht claimt een van de (vele) achtste wereldwonderen te zijn. We volgen het spoor van koning (maar ook priester en ingenieur) Lalibela (1180-1220) en zijn opvolgers en doen niet minder dan 11 kerken aan die stuk voor stuk onder hun inspiratie, door de arbeid van duizenden Ethiopiërs (en de hulp van de engelen die  ’s nachts nog wat verder werkten) zijn uitgehouwen uit de rotsen. Ze staan in clusters samen en zijn door gangen, spleten, bruggen of tunnels met elkaar verbonden. Wat we bij het bezoek aan de kerken op de eilanden van Lake Tana en in Gondar al hadden ervaren, is in deze rondleiding ook  het geval. De toelichtingen door de gids zijn niet op de eerste plaats of uitsluitend kunsthistorisch maar vooral en steeds ook religieus-catechetisch geïnspireerd. Niet dat we de toerbeurt als propaganda voor de Koptisch-Ethiopische kerk ervaren, maar de gidsen stellen zichzelf toch wel als opdracht om aan de bezoekers uit te leggen wat tot op vandaag in hun traditie belangrijk is. Van welke verhalen ze leven, hoe ze hun rituelen organiseren, wat wel en niet mag (en door wie), welke de belangrijke kerkelijke feestdagen zijn en waarom … Deze gids (en de meeste andere die we al meemaakten) doen dit op een manier die spontaan respect afdwingt, ook al stellen we over hun godsdienstbeleving en vooral over hun manier van kerk zijn heel wat vragen. De kerk lijkt heel erg dominant aanwezig in het leven van de Ethiopiërs. Niemand ontsnapt bvb. aan de klagerige gezangen en de preken die tussen 5u en 9u over elk dorp en elke stad heen schallen door gigantische geluidsinstallaties. Onderweg zien we heel veel mensen in alle vroegte lange afstanden te voet afleggen op weg naar een van de talrijke kerken. Er zijn ook nog veel kerken in opbouw, op soms heel afgelegen plekken. Maar wat de kerk voor de mensen doet, dat komen we niet zo gemakkelijk te weten. Het is ons nog altijd niet duidelijk welke rol de Koptisch-Ethiopische kerk speelt in wat wij het caritatieve zouden noemen: hongerigen spijzen, dorstigen laven, zieken genezen,  ... kortom bevrijdend zijn voor mensen die om een of andere reden (hier lijkt dat vooral armoede) in hun leven gevangen zitten. We hopen hierover de komende dagen (of later) nog meer te weten te komen.

 



 













 
’s Middags komt Abebe ons oppikken voor de lunch. We gaan akkoord met zijn plan om nog eens in een traditioneel-cultureel restaurant te gaan eten (injeera smaakt altijd). Groot is onze verrassing en niet minder onze ontroering wanneer we merken dat hij ons letterlijk om de tuin heeft geleid:  het zgn. restaurant dat we via een binnenhofje bereiken, blijkt het huisje van zijn oom en tante.  De familie verwelkomt ons voor een home made injeera en we mogen getuigen en deelnemers zijn van een fragment uit de binnenkant van het Ethiopische leven. Thx to Abey!
 

 






 

Lalibela is een klein en overzichtelijk stadje en in de vooravond kunnen we rustig door de drukke straatjes gaan ‘shoppen’, op zoek naar een kadootje voor de familie van Abebe. Met de nodige Engelstalige ondersteuning van de zelfverklaarde zoon (we hebben ernstige twijfels) van een winkelierster in huisraad, vinden we een leuk koffieserviesje.




 

Het diner vinden we in het heel apart gelegen en ontworpen nieuwe Ben Abeba restaurant. Een zaak gerund door een Ethiopisch-Schots koppel. Gemengde koppels hebben duidelijk de weg naar Lalibela gevonden.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten